zaterdag 19 mei 2012

EEN SPROOKJE

Er was eens een man en een vrouw. Een gewone man en een gewone vrouw. Ze waren gelukkig met elkaar. Op een zekere dag zei de vrouw tegen haar man: ‘Ik denk dat jij een goede vader zou zijn. Ons geluk zou helemaal compleet zijn als wij samen een kindje hadden.’ De man was het met haar eens en ze deden wat alle mensen doen die een kind willen. De condooms bleven in het laatje van het nachttafeltje en ze probeerden en probeerden. Er gebeurde niets. Eerst dacht de vrouw nog: volgende keer beter. En toen: Misschien volgende maand….. en weer verstreek er een maand en toen nog een en nog een. Er gebeurde helemaal niets, behalve dan dat de vrouw verdrietig werd. Zij begon steeds meer naar een baby te verlangen. Toen er 2 jaar verstreken was ging de vrouw raad vragen.
Doen wij het niet goed soms? Misschien wel ja, zeiden de wijze mannen die ze raadpleegde. Een kind maken is een precies werkje en de timing is erg belangrijk. En met de adviezen ging ze weer terug naar huis. Helaas, hoewel ze precies de adviezen opvolgden, gebeurde er weer niets. Ten einde raad ging de vrouw naar een fee. Deze zei: ‘Neem op de 5de dag een drankje en doe dat 2 weken achtereen. Dan neem je de laatste dag dit andere drankje en dat is wat ik voor je kan doen.’
Eenmaal kwam de vrouw terug. De fee zei: ‘Ik kan het niet helemaal alleen. Jouw man moet ook zijn bijdrage leveren op de dag dat jij het andere drankje hebt genomen’. En tussen haar lippen door mompelde ze nog: ‘Ik dacht dat je dat wel onderhand wist.’
En deze maand gebeurde er wel iets. Alles wees erop dat hun wens in vervulling zou gaan. Na 9 maanden werd er een prachtig jongetje geboren. Hij was werkelijk beeldschoon met heldere blauwe ogen en blonde haartjes en een prachtig zacht perzikachtig huidje. Hij rook hemels. Om op te vreten zo mooi. De man en de vrouw waren dan ook verguld met hun prachtige zoon.
Urenlang kon zij naar hem kijken, terwijl zijn handjes door de lucht maaiden. Hij dronk goed en was een rustige tevreden baby. Natuurlijk huilde hij wel eens, dat doen baby’s nu eenmaal. Hij ging kruipen en staan en zij was steeds verrast door het wonder dat hun zoon was. Hij ging lopen. Ook dat was allemaal normaal.
Maar na verloop van tijd was het of een worm hun geluk aanvrat. Er was iets met het jongetje. Iets wat niet gelijk duidelijk of te benoemen was. Hun angst groeide langzaam. Er was iets mis. Hij bleef stil, hij begon niet te praten. Had hij eerst nog af en toe een woord gezegd, nu leek het of hij ze weer vergeten was. Het was ‘niet normaal’. Toen dat besef zich eindelijk bij hun gevestigd had, gingen ze te rade bij de wijze mannen. Die keken eens naar het jochie en schreven epistels vol en beraadslaagden met elkaar. Op een gegeven moment wisten de wijze mannen wat het kind scheelde.
Eigenlijk was het kind kerngezond, alleen ‘anders’, niet zoals wij allemaal. Uw kind begrijpt de wereld om zich heen niet, vertelden ze. Uw kind begrijpt u ook niet. Daarom ook is hij af en toe zo driftig. Hij is nu eenmaal zo. U moet ermee leren leven.
Hoe dan? Tja, daar waren weer andere wijze mannen en vrouwen voor.
Thuis aangekomen huilde de vrouw bittere tranen. Haar mooie zoontje was opeens een onbekende voor haar geworden. Ze beklaagde zich bij de fee. ‘Ja hoor eens,’ zei de fee, ‘Geen garantie hoor. U wilde een kind en dat heeft u toch? We hebben nooit afgesproken wat voor een kind. Ik heb alleen een beetje geholpen om de ingrediënten goed bij elkaar te krijgen, maar u heeft beiden zelf voor de ingrediënten gezorgd. Ik kan niet heksen hoor!’, zei ze verontwaardigd.
De vrouw keek haar verbluft aan.’ Maar je bent toch een fee?’ ’Jazeker, antwoordde ze, 'met diploma en alles, maar heksen is een andere tak van sport, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres.’
Daarop ging de vrouw weer naar huis en vertelde alles aan haar man. Ze keek nog eens naar haar mooie jongetje. Ze besloten er maar het beste van te maken. Gewoon elke dag een dag doorkomen, daarna een volgende dag, enzovoort.
En inderdaad leerden de man en vrouw ermee leven. Langzamerhand begonnen ze steeds een beetje meer van hun jongetje te begrijpen. Af en toe ging het best goed en soms was het wat minder en heel soms (gelukkig maar heeeeel soms) was het ronduit moeilijk. Precies zoals het in het leven gaat.
Hier geen: En ze leefden nog lang en gelukkig…….. Het sprookje is nog niet uit. Hoe het verder gaat?
Tja, dat weet ik ook niet, dat is een ander verhaal. De tijd zal het leren.

On focus

Sinds enige tijd loop ik met dit idee in mijn hoofd. Maar nu moet het nog op papier.


Ik heb een grote hekel aan het huishouden en het huishouden houdt ook niet van mij. Het is niet leuk - moet dat dan, zal iemand vragen, het leven is niet leuk. Mijn antwoord: liever wel, carpe diem!


Ik ben die krekel die de hele zomer zingt en verkommert in de winter omdat ze verzuimd heeft een voorraad aan te leggen net als de ijverige mier (of was het een eekhoorn?) Het is nu eenmaal zo dat ik behept ben met een aantal eigenschappen. Sommigen daarvan worden positief bekeken en anderen of zelfs dezelfde krijgen een negatief label. Feit is dat ik behalve mijn best te doen, bepaalde zaken niet kan veranderen. Een Einstein zal ik beslist niet worden, dat was al duidelijk toen ik in de 2e klas zat te sidderen onder de driftaanvallen van mijnheer Bodde, adjunct directeur en wiskunde leraar. Ik snapte er niets van, maar dorst hem niets te vragen. Ik heb dus geen wiskundeknobbel en eerlijk gezegd heb ik hem ook nooit gemist. Het is alleen een voorbeeld om aan te geven dat binnen bepaalde eigenschappen je je kunt ontwikkelen, maar een talent, gave is je bij je geboorte gegeven.


Terug naar dat huishouden – jullie snappen nu vast wel – dat het mij kan overkomen dat de stofzuiger loeiend aanstaat, terwijl ik een stapel tijdschriften oppak om weg te ruimen. Maar wacht eens, moet ik ze wel allemaal weggooien? Misschien staat er nog bruikbare informatie in. En dan blader ik die tijdschriften door, raak geboeid door een artikel en ondertussen staat die arme stofzuiger nog te loeien. Voor mij is ‘poetsen’ een te vaag begrip, dat ontaart in allerlei terzijdes – misschien wel van huishoudelijke aard – maar niet efficiënt is.


Bij mij moet het zoiets zijn als. Slaapkamer. Stap 1. Kleding in de wasmand. Wasmand naar boven. Was in de machine. Machine aanzetten. Stap 2. Boeken terug in de boekenkast of in ieder geval op nette stapels (wij komen nl. eeuwig en altijd boekenkastruimte te kort). Stap 3. Raap nog rondslingerende sokken en andere zaken die niet onder 1 of 2 vallen op. Stap 4. Doe de stofzuiger aan. Stap 5. Stofzuig de kamer. Stap 6. Ruim de stofzuiger GELIJK weer op. Stap 7. Hehe, klusje klaar.


Ergens komt een dergelijk stappenplan mij akelig bekend in de oren. Jawel, dit heet structureren en ik doe dit al heel erg vaak voor mijn zoon Joren die vanwege zijn autisme die structuur nodig heeft. Een dergelijk stappenplan is bij hem opgedeeld, maar duurt in principe vanaf het opstaan tot het naar bed gaan.


Maar waarom lukt het me wel om een dergelijk plan voor mijn zoon te maken en niet voor mezelf? Het is niet zo dat ik bij het plan de mist inga, maar bij de uitvoering ervan. De computer schreeuwt, Kom, schrijf nu dat leuke stukje (dit dus) af en op tafel knipoogt een boek verleidelijk naar me om hem helemaal uit te kleden en me terug te trekken in een comfortabel hoekje; wij saampjes met z’n tweeën. Begrijp dan dat het geordende niet echt in me zit. Ik doe mijn uiterste best, maar nee. Ik word niet zo georganiseerd als mijn alleroudste vriendin B. die zo terug kan vinden wat er wanneer en waar in haar leven gebeurde, haar administratie picobello in orde heeft en een keurig opgeruimd huis. Het zit niet bij mij in mijn genen en dat bedoel ik letterlijk, aangezien mijn áandoening erfelijke componenten heeft.


Die aandoening heet ADHD, bij mij mag je de H weghalen, maar toch. 'Mevrouw', zei de psychiater, 'met ADHD bij uw kinderen, is het nu nooit bij u opgekomen dat u zelf ADHD heeft?' Ik geloof dat ik ter plekke ter aarde neerstortte van verbazing. ADHD? MOI? Dat kan helemaal niet!


Maar ik kan me hartstikke goed concentreren, riep ik uit. Als ik een boek lees, ben ik op een andere planeet, doof voor de realiteit op deze aarde. Aha, maar dat heet nu hyperfocus, a state of mind die ik vrij gemakkelijk kan bereiken. Ik ben dan super geconcentreerd, met als minpuntje dat mijn tijdsbesef eronder lijdt. Nu heb ik gelukkig in de loop van de tijd wel wat truckjes  geleerd, zodat het nog redelijk gaat. De truckjes heten kookwekker, klok en telefoon. Deze middelen zet ik in om toch weer bij de les te blijven.


Met die wetenschap begonnen de kwartjes te vallen. Alle kwartjes van DNB vielen zowat. Ohhh, nu snap ik dat……


  • Ik bij Ziggo die gesprekstijden niet haalde,
  • Mijn huishouden vaak een puinhoop is 
  • Het hollen of stilstaan is
  • Ik met teveel boodschappen thuis kom
  • Ik mijn dagplannen maar ten dele uitvoer
  • Ik wel makkelijk vriendschappen sluit, maar dat bijhouden zeg…. Moeilijk.
  • Ik mijn sleutels kwijt ben,
  • Ik de sloot in donder
  • Ik een driftkikker ben
  • En ga zo maar door, ik ben er vast nog een paar vergeten. 





Gelukkig, het anders zijn, een vaag iets, dat ik al eigenlijk vanaf mijn vroege jeugd ervaar, heeft een naam. Je krijgt een batterij uitleg, maar ergens lees ik telkens weer dat ik me moet voegen naar de wereld die wel een georganiseerd persoon wil.


Maar hoe zit het dan met de leuke kanten van ADHD? Die wil ik zeker benadrukken, anders wordt dit wel een heel zielig verhaal.


Bij deze wat slordige, ongeorganiseerde dame kun je altijd spontaan op de koffie komen. Zij laat direct de stofzuiger in de steek voor deze of gene die haar nodig heeft. Ze neemt alle tijd voor je. Spontaan zal zij ook reageren op leuke plannetjes en er nog een batterij aan toevoegen.


Vraag je om haar mening, dan zal je die ook krijgen. Vrij direct, zonder ambtenaren taal en de bijbehorende diplomatie. Niet grof, ze is er niet op uit om te kwetsen. Bij deze dame schieten  de plannetjes, schrijf- en ontwerpideeën als paddenstoelen uit de grond.


Zij is ook reuze creatief en haar brein is razend associatief. Wat zeg je: de dag heeft 24 uur? Nee, werkelijk? (maar dan heeft ze een dag in 'hyperfocus' of een 'flow' )


Aan de buitenkant is het bij mij niet te zien. Nou ja, autisme zie je ook niet van de buitenkant, maar bij mij zit de H van Heel Druk in mijn hoofd en stuiterbal ik niet tegen de gordijnen op of zo. Het standaard ADHD-beeld is bij mij niet van toepassing.


En nu, nu ik dit weet?


Nou eigenlijk niets. Niets raars of zo. De zaken die ik lastig vind, zal ik op een of andere manier anders moeten aanpakken. Je zwaktes kennen, is een hele sterke! Hulp vragen is ook een goede manier. Bij dezen, mijn lezers en lezeressen. Een beetje begrip helpt natuurlijk ook al een slok op een borrel, zowel voor mezelf – ik ben mijn ergste criticaster – als voor mijn omgeving.


En voor diegenen die nu denken. Ah gut, al weer zo’n etiketje, is dat nou nodig? Nee nodig niet, ik ben nog steeds degene die ik ben en was, met al mijn goede en slechte kanten. Volgens mij is dat ook de grote truc van de natuur. Diversiteit en variatie zorgen ervoor dat wij allen blijven bestaan. Een wereld vol met Einsteins is niet alleen saai, maar ook nog eens niet handig. De genenmix is op die manier een zegening, waarmee mensen in al hun vormen en maten, eigenschappen hun bestaansrecht hebben. Ik mag er zijn.
Hoera