vrijdag 11 november 2011

Sinte Maarten

 
Toen eerst Piet en wat later ikzelf in Noord-Holland kwamen wonen, keken we raar op toen er s'avonds aan de deur werd gebeld op 11 november. Het Sint Maartenfeest wordt lang niet overal in Nederland gevierd, daarom waren we geheel onvoorbereid op de kinderen met de lampionnen aan de deur. Sterker nog: we hadden nog nooit van St. Maarten gehoord. Wel als de heilige Martinus natuurlijk, iets was toch nog was blijven hangen van de godsdienstlessen in onze katholieke opvoeding, maar als bedelfeest wat het van oorsprong schijnt te zijn, niet. Kinderen met lampionnen en liedjes waren voor ons een ongekend fenomeen. Noch in Brabant, noch in Gelderland of in Enschede, Piets geboortestreek, werd het in onze kindertijd gevierd.

Toch schijnt het al heel lang te bestaan. Als ik Wikipedia mag geloven bestaat er al sinds de 13e eeuw een 'Schuddekorfsdag'. De dag voorafgaand aan St. Maarten waarbij appels, kastanjes en noten door kinderen werden opgehaald, schudde men de  broodresten uit de broodkorven  voor de bedelaars. De opgehaalde waren werden vervolgens boven het Sint Maartensvuur geroosterd en wild door elkaar geschud, terwijl de jeugd eromheen danste en liedjes zong.

En daar kan ik me natuurlijk wel iets bij voorstellen. Sinds mensenheugenis is de winterperiode een periode waarin mens (en dier) het moeilijk hebben om te overleven. Voedsel is schaars, het is vroeg donker, de nachten worden steeds langer. In navolging van Sint Maarten die zijn mantel met een zwaard doorsneed en de ene helft aan een bedelaar gaf, zo was het de bedoeling dat kinderen door het zingen van liedjes wat extra voedsel bijelkaar sprokkelden afkomstig van de beter bedeelden.

Natuurlijk zijn er ook verwijzingen naar licht brengen in het donker. Niet voor niets lopen de kinderen met een lampion. Vroeger gemaakt van een uitgeholde suikerbiet, tegenwoordig wordt er op school geknutseld door de kinderen en maken ze meestal zelf een lampion.

Tegenwoordig heeft het feest natuurlijk helemaal niets meer te maken met waar St. Maarten voor stond en al helemaal niet meer met een bedelfeest. Wij in ons rijke Nederland hebben helemaal geen aanvulling op onze wintervoorraad meer nodig. Toch wordt het nog gevierd.

Na die eerste keren - we hadden nog geen kinderen - waarbij we onaangenaam verrast achter de bank kropen in het donker, met alle gordijnen potdicht de tijd uitzaten tot de meute aan onze deur voorbij was getrokken, zijn er vele Sinte Maartens gepasseerd.

Nu wonen wij al jaren in een kinderrijke buurt. Ons huis staat op een hoekje op een doorgangsroute. Door de jaren heen hebben we talrijke kinderen langs zien komen.

Eerst zie je peuters en kleuters, vergezeld en aangemoedigd door een mama of papa aandoenlijk hakkelend een liedje fluisterend verhaspelen. Ach en zo'n schattig kindje geef je wat. De oogjes blinken van alles wat er mooi en spannend is.

Een paar jaar later komen ze apetrots op hun geknutselde lampion hun liedje zingen, met nog een zekere verlegenheid grabbelen ze dan uit de snoepjesbak.

Helaas verliezen kinderen hun onschuld - het gebeurt ons allemaal - en dan raffelen ze hun liedjes af en hun grote uitgestrekte klauwen weten niet hoe snel ze een enorme graai in de bak moeten doen. In hun blik zie je gretige begeerte of lamlendige nonchalance. Met verbazing heb ik ook een keer een aantal jongens hun buit zien vergelijken. Ik heb véél meer dan jij (nah,nahna, nana)! De buit bedroeg zeker een aantal kilo's snoep. De buidel leek wel een mud aardappelen.

Afhankelijk van het aantal 'groters' dat op die manier hun buit bijeen vergaart langs onze deur is geweest, ben ik nog enthousiast over dit 'tradionele' feest. Wat mogelijk ook een rol speelt bij mijn verminderde enthousiasme, is het gebrek aan variatie in de liedjes. Er zijn er minstens een stuk of 25 bekend, maar bij ons hoor je de hele avond:


Sinte Maarten MikMak,
me moeder is een dikzak,
me vader is een duntje,
geef me een pepermuntje


of


Elf november is de dag dat mijn lichtje,
dahat mijn lichtje,
elf november is de dag
dahat mijn lihichtje brahanden mag, (op eningszins slepende toon gezongen) en met enige variaties als 'De tandarts boren mag'.


Meer dan een stuk of vier verschillende liedjes krijgen we niet te horen, iets wat ik behoorlijk jammer vind. Na een stuk of dertig of meer Sinte Maarten MikMaks heb je het wel gehad. Mijn grijns zit dan helemaal vastgekleefd aan mijn gezicht als ik dan 'leuk gezongen' mompel. En is het voor de zangers ook niet dódelijk saai als je hetzelfde oubollige liedje voor de zoveelste keer afdraait? Geen wonder dat je dan afgestompt je liedje opdreunt. Maar daarna is hun beloning zoet.


Ik zet vanavond wel weer mijn vrolijke gezicht op. Oprecht voor de kleintjes en helaas wat minder oprecht voor de groters. Wij hebben zelf ontvangen en nu zullen we geven. Met in gedachte dat waar Sinte Maarten voor stond.

En wie meer wil weten, mag ook Wikipedia of andere bronnen op het internet bezoeken. Denk aan Joren en mij vanavond.

Fijne Sinte Maarten! 


 

Sint Maarten, Sint-Maarten
We zingen langs de deuren een lied
Doe open, anders hoor je het niet.
Leg alstublieft wat lekkers klaar,
Dank u wel, mevrouw,
tot volgend jaar!



Stoockt vier, maeckt vier:
Sinte Marten komt hier
Met syne bloote armen
Hij soude hem gheerne warmen?