maandag 24 september 2012

STREKEN



Even een wandelingetje met de hond. Hij heeft natuurlijk ook zo zijn noden. Ik ben een eindje doorgefietst en stap dan af om op een bankje te zitten wachten. Mijnheer neemt alle tijd. Een snuffel bij polletje A: aha, die wollige witteke is langs geweest, klein, maar brutaal. Polletje B: ohh, wacht eens: de twee Grey Hound dames hadden bezoek. Ik ben helemaal leip van de jongste, maar ze rent altijd met die lange poten van me vandaan…. Zo stel ik het me tenminste voor, want mijn hond ‘leest’ alle graspollen zeer zorgvuldig, alsof hij de krant aan het uitspellen is. Een hoop berichten en verhalen zijn er te lezen in de diverse graspollen. Allemaal prima, want ik zit hier lekker in het zonnetje en het is tegen verwachting in, best wel warm. Met een half oog zie ik dat mijnheer nu wel een beetje dichterbij is geslenterd, hier en daar een plasje plegend, nog een snuffel hier en daar. Helemaal lekker in zijn gedoetje sla ik het gade. Dan gaat mijnheer een beetje ronddraaien. Aha, nu komt de grote boodschap en zijn koppie steekt dan ook een beetje vaag kijkend omhoog uit het gras. Ondertussen is er gezelschap gearriveerd. Een ruwhaar teckel snuffelt eens bij hem. Mijn hond is nog bezig en het begroetingsritueel zal nog even moeten wachten. Mijnheer teckel weet al genoeg en hobbelt achter zijn baasjes aan die nu rechtsaf slaan, het pad met de sloot erlangs.


Ik besluit dat het wel mooi geweest is nu en pak de riem om hem aan te lijnen. Vrolijk komt hij aangehuppeld en ik geef het commando ‘zit’. Boris mindert vaart en nét als ik hem bij zijn halsband wil grijpen, neemt mijnheer een sprintje, zo onder mijn handen door en verdwijnt uit het zicht, de sloot in. Vervolgens komt hij eruit, slentert wat hier en daar en laat zich dan uiteindelijk toch aanlijnen. Terwijl hij naast de fiets loopt, kijkt hij me triomfantelijk aan. Dat heb ik weer mooi geflikt! Ik zweer het dat hij me gewoon aan het uitlachen is. Erger is dat hij dit kunstje niet bij Piet uithaalt, die ook steeds beweert dat ik geen moer te vertellen heb over mijn hond. Mijn Golden kijkt nog eens omhoog een smile op zijn snoet. Piet heeft gelijk. Mijn hond lacht me uit.









donderdag 20 september 2012

Oorlogsvoering



Gadverdamme, ik haat steunkousen. Het klinkt niet sexy, het ziet er niet sexy uit en het is ook niet sexy. Iedereen weet al lang en breed dat het gewoon géén porum is. Punt. De associatie laat zich raden: oude wijven, stijve gepermanente krulletjes, van die speciale schoenen (zeker geen leuke hakken, die hoewel ze voor geen meter lopen, iets moois doen voor je benen) een muffe oude geur en bovendien het gevoel stokoud te zijn en afhankelijk. Nee, gewoon lelijk.

Geen wonder dat ik er tot nu toe gewoon niet echt aan wilde. Afgezien van de lelijkheid, is het bovendien een ware worsteling om ze aan en nog meer om ze weer uit te krijgen. Net als iedereen verstopte ik ze onder mijn lange broek, die ik eigenlijk alleen maar draag. Gelukkig zijn rokjes en jurkjes aan mij niet besteed, afgezien van de eenmalige uitzondering: een trouwjurk. Maar in de zomer is verbergen wat lastiger en helemaal natuurlijk als je een fietsbroekje draagt bij het klussen en schilderen. Dus had ik ze maar uitgelaten. Stóm, stom, stom. God straft mij bikkelhard voor mijn ijdelheid met een dik rood onderbeen. De benaming is wonderlijk poëtisch voor iets wat behoorlijk veel pijn doet: wondroos.



Nu: met wondroos ziet je been er ook bepaald niet sexy uit en met de pijn is seks wel het laatste waar je gedachten naar uitgaan. De arts die het hoe en waarom aan mij uitlegde was overigens wel een sexy jong ding, met van die leuke donkere krulletjes. Tja, mijn ogen blijven die dingen nu een maal registreren en kijken mag, niet waar meiden? Er kwam een heel verhaal met oorlogsgebieden, belegerde kastelen en onderwater gelopen velden, waarop ik in de lach schoot en de arts mij lichtelijk verwijtend aankeek: als hij even zijn verhaal mocht afmaken….? Zijn analogieën waren bij nader inzien niet helemaal correct, maar laat ik zeggen dat ik de strekking begreep, hoewel we geen van beiden veel kaas hadden gegeten van de tactische belegering van een Middeleeuws kasteel. Nou ja, dat is ook weer een vak apart.



Laat ik nu maar hopen dat het stomme verband de velden drooglegt, zodat mijn soldaatjes lekker de vijand in de pan hakt. Voor de rest moeten er nodig wat restauratie werken uitgevoerd worden aan de fundamenten van mijn kasteel. Het cement is een anti-schimmelzalfje dat de kieren en gaten moet dichten, zodat de vijand niet stiekem binnendringt. Dat is tenminste het plan. Nog een klein verzoekje: Lieve God, als ik nu plechtig beloof mijn kousen te dragen, wilt u dan nog even met wat bliksempjes hier en daar de vijand wegjagen? Mijn dank zal groot zijn. En oh ja, ik zal letten op ijdelheid, die bezorgt ons vrouwen behoorlijk wat problemen. Sorry dat ik het zeg, maar dat is een béétje een constructiefoutje. Misschien dat u dat mee kunt nemen in het volgende model?




woensdag 29 augustus 2012

Jan Steen


Als 17e eeuwse schilder zegt de naam misschien niet zo veel, maar het gezegde: een huishouden van Jan Steen des te meer.
 
 

Nu, daar weet ik alles van. Wij hebben zo’n huishouden. Druk , chaotisch, rommelig. Altijd is er wat. Hoe kan het ook anders met een mannenhuishouden. Daarbij zijn de ADHD-ers in de meerderheid hier. Het is dus bijna godsonmogelijk om dit huishouden op orde te krijgen én te houden.  Vaak heb ik pogingen ondernomen in de vorm van mooie plannen en slimme projecten. Allemaal heel doordacht en logisch, maar het wilde maar niet van de grond komen. Het zat hem in het consequent volhouden. En dat nu is iets waar ADHD-ers de grootste moeite mee hebben. Nu gebleken is dat ik zelf aan dit euvel lijdt, begrijp ik ook wel waar het aan schort.

Een keurig huishouden heb ik overigens nooit nagestreefd, dat was meer iets voor de burgerlijke tutjes. Het huishouden is gewoon niet mijn ding. Ik ben er ook niet goed in en heb er nooit een klap aangevonden. Maar… ik haat het te moeten toegeven – de ‘tutjes’ hebben helemaal gelijk. Er is beslist iets voor te zeggen om alle dingen weer te kunnen terugvinden. Opgeruimd, logisch ingedeeld en de administratie in orde.

Het moet nu echt, een reorganisatie. Ons huis is dicht geslibd  en de papierberg groeit ons boven het hoofd. Tot mijn grote verbazing kondigde mijn man aan dat we een gezinsmeeting moeten houden, met als onderwerp – je raadt het al – de organisatie van ons Jan Steen-huishouden. Ik heb hem de hemel in geprezen wegens zijn geniale idee. Eerdere pogingen mijnerzijds werden niet bereidwillig ontvangen. De tijd zal wel niet rijp zijn geweest – de rommel nog te overzien. Ik hou jullie op de hoogte van onze moedige pogingen om ‘schoon schip te maken’.


PS.
bovenstaand stukje was voor 'Vriendin' die recentelijk om columnisten vroeg. Wie niet waagt, wie niet wint....... dus vooruit maar.
Niet een van mijn meest briljante stukjes, maar het maximum aantal woorden beperkte mij nogal.

Seks (mijn 'recensie' van Fifty Shades of Grey)




Zonder seks, zou onze soort niet meer bestaan. Een waarheid als een koe, om even niet te vergeten dat de drang diep in onze genen is verankerd. Dus vanaf onze pubertijd begint het gedonder,  aangezien we niet als beesten op elkaar duiken zodra de lust opduikt. We zijn opgevoed op een bepaalde manier in een bepaalde cultuur en dat bepaalt grotendeels hoe we met seks omgaan en hoe we ertegen aan kijken. En dat zorgt voor problemen: enerzijds je lijf aangestuurd door massa’s hormonen. Je bent nog maar nauwelijks gewend aan je lichaam dat fundamenteel is veranderd of je krijgt die kriebelige, zweterige, ongemakkelijke gevoelens voor de andere sekse (of voor dezelfde sekse dat kan ook natuurlijk). Anderzijds krijg je van alle kanten soms tegenstrijdige informatie, wordt je geconfronteerd met waarden en normen op dit gebied, gevoelens van schaamte en ongemak, want seks, tja dat is toch een heet hangijzer. Goede objectieve informatie helpt volgens mij een slok op een borrel. Maar dat willen we misschien niet altijd. Want ‘were is the romance in that’?

We zijn er op allerlei manieren mee bezig, behalve dan zelf aan seks doen. Er bestaat erotische kunst, schilderijen, beelden, gebruiksvoorwerpen. Er wordt over geschreven, gezongen en ga maar door. Niets nieuws onder de zon.

En dus lees ik een boek als Fify Shades of Grey, dat enorm gehyped is. Uit nieuwsgierigheid heb ik het boek gekocht. Inmiddels ben ik op blz 60 en werpt het hoofdpersonage alleen maar zijdelingse blikken van onder haar wimpers vandaan naar het voorwerp van haar opwinding en bloost wat af. Hemeltjelief, wat worden we weer in de maling genomen en wat is het ongeloofwaardig in deze tijd dat een meid van 21 met een goed stel hersenen en een goede opleiding (Engelse literatuur) zó op een man zou reageren. Dat is behoorlijk clichématig en waar heb ik dat eerder gelezen? Juist ja, de vampier serie waar het hoofdpersonage een stuk jonger is, dus misschien scheelt dat  en waar er pas in het derde boek sprake is van seks. Je geduld wordt aardig op de proef gesteld. Een andere overeenkomst tussen beide hoofdpersonages: het zijn klungelige meisjes met een slechte motoriek, die bij het minste of geringste (dreigen) te vallen en dan door hun held gered moeten worden. De dames worden overweldigd door de mannelijke geur en……… oh waugh ze zijn helemaal hoteldebotel.  Nog een overeenkomst: de meisjes zijn gewoon gemiddeld, geen seksbom figuur, pronte tieten of een strak kontje. Gewoon middle of the road zoals volgens mij bijna iedereen. Maar nee, deze meisjes voelen zich minderwaardig  of op zijn zachts gezegd de mindere.  

Goed, pas bij blz. 110 komt de seks aan de orde. En vanaf dat moment wordt er aan een stuk door geneukt. Nu in boek 3 heb ik het eigenlijk wel weer een beetje gehad. Het feit dat de seks wat kinky is met bondage, whipping, maakt dat iedereen – nou ja, de vrouwelijke helft dan - het met rode oortjes wil lezen. Toch wordt het saai, want het verhaal op zich is niet erg bijzonder of spannend.   Net als in de Bouquetreeks gaat het over een mega rijke man: een Griekse reder, superrijke Spaanse edelman, een vurige Mexicaan enzovoorts. De nogal seksistische en dominante neigingen zijn dan terug te voeren op de landsaard. Dat hier nu ook weer een immens rijk zakenman ten tonele wordt gevoerd, maakt dat ik het ieder geval een weinig origineel gegeven vind.

Er worden SM aspecten beschreven tijdens de seks. Aangezien ik zelf niet in SM kringen verkeer, kan ik er weinig over zeggen. Wel vraag ik me af of je gelijk vanuit een maagdelijke situatie en met een Amerikaanse (per definitie een redelijk puriteinse) opvoeding, je gelijk op je gemak bent met dit gegeven. Het zou mij niet verbazen als dit twijfels oproept in te trant van: Ben ik ‘normaal’ als ik dit opwindend vind? Maar kennelijk heeft de hoofdpersoon hier geen last van, omdat ze zwaar voor Grey is gevallen. Het is ‘hot’, maar volgens mij gaat de schrijfster hierin niet tot in het uiterste.

Ronduit irritant vind ik het oproepen van een subego als de ‘inner Goddess’ en het onderbewustzijn als een pinnige schooljuffrouw die als het ware commentaar geven op de situatie door op een bepaalde manier te kijken of flicflacs van opwinding uit te voeren. De eerste keer is dat nog wel grappig, maar de lol is er snel af.

Qua tijd wordt alles lineair verteld vanuit het vrouwelijke hoofdpersonage. Pas in het derde boek worden er flashbacks gebruikt en wordt ook niet meer elke neukpartij van a tot z uit de doeken gedaan. Dat geeft ruimte voor verhaallijnen, zoals het feit dat een ontslagen medewerker misdadige plannen heeft. Helaas, echt spannend wordt het niet. De karakters van de personages blijven vlak en weinig interessant. Bovendien is het nogal vergezocht om de vroegere problematische jeugd te koppelen aan de behoefte om te controleren en SM.  De SM scène is daar niet zo bij mee. SM schijnt namelijk een keuze te zijn, een leefstijl.

Mijn conclusie is dat de trilogie niet boven het niveau van de bouquetreeks uitstijgt. De schrijfster heeft alleen véél meer woorden nodig om het verhaal te vertellen, dat niet echt bijzonder is. Als je het zitvlees hebt om bijna 1000 pagina’s te lezen, be my guest. Wat het wel is: erotisch en pornografisch. Daar is niets mis mee, zo nu en dan als je ‘zin’ hebt. De kerels hebben zo hun eigen vertier en voor de dames is er dit: ‘mummy porn’ – een term die ik helaas niet zelf verzonnen heb, maar de lading wel dekt. Misschien dat ik me maar ook aan dit genre ga wagen, ik weet alleen niet of ik dat ga publiceren.

Fijn oud!


Om de een of andere reden zit ik met een fotoalbum op schoot. Traag blader ik het door. Dan valt mijn oog op de foto van een bijzondere gebeurtenis.  Wow! schiet het door me heen, wie is die aantrekkelijke dame? Natuurlijk wéét ik wel dat ik het zelf moet zijn, maar de jonge enthousiaste stralende vrouw die ik daar zie, staat wel ver van me af nu. Het schattige blonde jochie viert daar zijn eerste verjaardag en nu moet ik tegen hem opkijken. Het blonde haar is grijs geworden en wat ben ik daar slank! Wat ook onmiddellijk opvalt is mijn brilloosheid en het gebrek aan rimpels.

Dus daar zit ik dan met bril, geverfd grijs haar en rimpels te kijken naar hoe het was. De veranderingen zijn in wezen een natuurlijk proces. Alles wordt geboren, maakt een periode van groei door en sterft op een gegeven moment. Zo zit de natuur grosso modo in elkaar. Maar dat willen we met zijn allen niet. We willen niet dood (enkele uitzonderingen daargelaten) en we willen jong blijven van lijf en leden en daarvoor gaan we heel ver. (te ver?)

Toen ik nog klein was, droegen oma’s hun haar grijs, in een knotje of stijve krulletjes. Hun kleding was ouwelijk, vaak zwart . Niks modieus, make-up was voorbehouden aan een ‘rare trien die maar niet oud wilde worden, nog naar mannen lonkte en waar men schande van sprak. Oude mensen deden ook oud aan in gedrag en opvattingen. Nu heb ik niet over mijn eigen oma – dat van de knot en de verre van modieuze kleding daargelaten – zij was een portret, een harpij. Maar ik weet nog dat ik veel bewondering voor haar had. Ze deed geen enkele moeite om er goed uit te zien, maar ze had beslist voldoende levenslust. 

Als ik nu kijk naar dames van een bepaalde leeftijd, voel ik me heel ongemakkelijk. Dames waarvan ik wéét dat ze rimpels moeten hebben gezien hun leeftijd, maar die met een glad poppengezicht door het leven gaan. En vals denk ik dan dat er geen houden aan is: je kan wel aan de gang blijven. Je kunt nu eenmaal niet je handen botoxen of je nek en decolleté. Alles is zonder uitzondering onderhevig aan natuurwetten. Tenzij je geen noemenswaardige borsten hebt (en wees nu niet gelijk beledigd, dames met cupje A t/m B) is de wet van de zwaartekracht op je hele lijf van toepassing.  Op een natuurwet zijn helaas geen uitzonderingen. Het betekent dat je borsten zich zuidwaarts gaan verplaatsen. Helaas!



Natuurlijk ben ik best jaloers op de mooie jonge vrouwen, maar dat is eigenlijk meer om het verlies aan illusies dan om het verlies van een gladde stevige jonge huid. Blijft dat het best móói is, alles wat jong is, maar waarom is er geen waardering voor oud of middelbaar? Vintage is toch hip? En wat dacht je van antiek? De herfst vinden we toch ook mooi met de prachtige rode, gele en bruine bladeren, de geur van verval die aangeeft dat alles weer opgeruimd wordt? Een reusachtige eik is zo reusachtig geworden door jaren van groei. Klassieke muziek gaat over de tijd heen en er zijn mensen die vallen op oldtimers. Super dure fluwelen cognac of whisky heeft ook jaren moeten rijpen. Hoe ouder hoe beter. Zo’n gezegde als ‘wijsheid komt met de jaren’ is er toch ook niet voor niets?
Ik wil niet meedoen aan de ratrace van botox, personal trainer, designer vagina en het nieuwste dat beter is dan botox, maar niet met name werd genoemd door La Paay. Overigens heb ik er ook het geld niet voor en voor over. Ik vind het prachtig dat Nelleke van der Krogt (presentatrice van Tussen Kunst & Kitsch) het verrekt om haar haar te verven en een grote bril op haar snuit zet. Zo, die zit! Om deze dame kun je niet heen. Ik wilde maar dat meer vrouwen ‘gewoon’ doen over hun leeftijd en hun verlies van jeugd nemen, omdat er ook iets moois voor in de plaats komt:

levenswijsheid.


donderdag 2 augustus 2012

Tochtje met een bochtje


Een uitje leek ons een goed idee, lekker op de fiets, mooi weer. Ooit had ik al een boekje met fietsroutes gekocht. Het leek Piet leuk om de Beeckesteyn-route te rijden en en passant kasteel Brederode te bezoeken. Ik had uitgezocht dat we het beste naar Santpoort-Zuid konden reizen en vandaar de route rijden. Alleen een klein probleempje, de overstap. Daar had Piet helemaal geen trek in, dus moest het Haarlem worden vanwaar we de route zouden beginnen.

Goed, de Beeckesteyn-route. Per trein, fietsen mee, naar Haarlem en dan daar de route oppikken. Dat was lastiger dan verwacht, want hoe kwam je daar? Geen enkele aanwijzing te vinden. Maar je zou in Bloemendaal ook de route kunnen oppikken. Dus dan moesten we daar maar naar toe rijden. We zijn ook in Bloemendaal aangekomen – dat lukt ons nog wel – maar ik heb werkelijk geen idee hoe je het voor elkaar krijgt om in een redelijk vlak Nederland -Noord-Holland nota bene - een heuse berg te vinden en die dan op te rijden. Ineens vroeg ik me af of ik nog wel in Nederland was. Er kwam maar geen einde aan. Inmiddels had ik afgehaakt en moest gaan lopen. Na elke bocht hoopte ik dat ik dan nu de top bereikt zou hebben, iets wat ik verschillende keren heb gedacht vóórdat de weg eindelijk naar beneden kronkelde. Bij de afdaling zag ik dat het de Hoge Duin en Daalse weg heette. Veelzeggend. Een dergelijke naam moet alle alarmschellen in werking stellen, maar we zagen hem pas bij de afdaling.

En na alle omzwervingen hadden we nog geen enkele keer een bordje Beeckesteyn route gezien. Bestond die route wel of hadden ze die bij de ANWB inmiddels geschrapt? Het boekje was ook al een paar jaar oud. Ik had me voorgenomen om maar eens een pissige brief te schrijven naar de ANWB. Mijn humeur was ook niet meer zó zonnig als aan het begin. Een beetje fietsen door een stad of centrum van een dorp is nou niet echt geweldig qua uitzicht, geen steek opgeschoten.  En dan die berg! We kwamen op een gegeven moment weer uit op een bekend ogende plek. Jawel, hier waren we al geweest en dat zei ik ook tegen Piet. Die was inmiddels helemaal verbeten om die verhipte route te vinden, kostte wat kost. Eerst deed hij volgens mij maar wat en toen hij eindelijk toegaf het ook niet meer te weten, ging hij de weg vragen. Er stonden twee vrouwen bij een kruising. Terwijl de ene uitleg gaf begon gelijk de andere tegen mij aan te kletsen en dat bleek later de crux te zijn.

We kwamen aan bij station Santpoort-Noord, dronken al staande wat en stapten weer op. De mannen dus, bij mij bleek de fietstas tussen de spaken te komen en dat moest ik even verhelpen. Toen ik weer opstapte zag ik ze niet meer, bij de volgende kruising ook al niet. Waar zaten die gasten? Ik weer terug naar het station, daar waren ze niet en evenmin aan de andere kant van de spoorweg. Daar vond ik overigens wel aanwijzingen naar kasteel Brederode. Waren ze nu links, rechts of rechtdoor gegaan? Of wacht, daar was een uitspanning en Piet had verkondigd trek te hebben. Ook daar geen Piet en Joren te bekennen. Wat nu? Ieder ander zou zijn mobieltje al lang en breed gepakt hebben, maar dat had weinig zin. Piet heeft al maanden een mobiel van school met een dubieuze werking en die had na maanden van gesputter de vorige dag totaal de geest gegeven.

 ^ + ^^ dit uitzicht kon ik wel dromen.

Wat dan? Goede vraag. Ik heb uiteindelijk een uur bij de spoorwegovergang staan wachten, dáár waar we elkaar waren kwijtgeraakt. Ondertussen mijn opties bekijkend. Zou ik hier maar gewoon op de trein stappen naar huis? Ik had het ondertussen hélemaal gehad met deze tocht, hoewel het geen vrijdag de 13e was, zat het bepaald niet mee. Net toen ik bedacht dat ik nog 10 minuten zou wachten, kwamen ze aanrijden van de andere kant van het spoor. Ik heb niet eens gevloekt en/of getierd, zo opgelucht was ik. Het beste, vonden we, was om maar even naar die uitspanning te gaan en even wat te drinken.  Piet had al die tijd gedacht dat ik wist waar we naar toe zouden gaan, maar ik had geen idee gehad omdat ik vanwege dat geklets van mevrouw 2, de uitleg van mevrouw 1 had gemist. Hoe de misverstanden de wereld in komen en hoe communicatie of het gebrek eraan (ook in technisch opzicht) zwaar weegt.

We hebben onze tocht vervolgd richting Haarlem om daar te gaan eten. En ineens vonden we overal de Beeckesteyn-route bordjes! Rustig het uitzicht bewonderen was er niet meer bij. De lucht begon wel erg dreigend te worden en in de verte hoorden we het gerommel. Hard doorfietsen dus. In Haarlem-centrum de fiets bij de kerk gezet, het begon al met spetteren en restaurant Oro binnengegaan. Gewoon op de gok, we hadden zin in Italiaans. Het bleek een leuke tent, met geweldig eten en een prachtige binnentuin waar je ook had kunnen zitten als het niet inmiddels gestortregend had. Daar hebben we verder niet veel van meegekregen. Het eten was subliem en dat maakte veel goed.













En zo’n tochtje met een bochtje…. Ach dat levert dan weer een verhaal op. Bij dezen.

donderdag 26 juli 2012

Vrijdag, deel 2: Het parfum

Het eerste deel is eigenlijk een 'af' verhaal. Maar zoals dat gaat met inspiratie, dit kwam op als ....
Vandaar een extra vervolg.


Vrijdag deel 2: Het parfum

Natuurlijk liet ik me gerust stellen door mijn man. Als hij op zijn best was, kon hij reuze charmant zijn. Deze avond was hij in een uitzonderlijk beste stemming. Hij praatte geanimeerd, maakte grapjes en gaf me lieve complimentjes. Aangezien dat redelijk uitzonderlijk is, ging ik geheid door de knieën. Vanavond was ik eens niet ‘one of the guys’. Toch bleef de sfeer in het restaurant een beetje vreemd: Alsof er een deken over het geluid lag. Hoewel ik pogingen deed om er achter te komen wat er nou precies niet klopte, lukte het me verder niet om er de vinger op te leggen. Ik gaf het op, volgens mij kreeg ik hoofdpijn. Vast van dat afschuwelijke parfum.

Op een gegeven moment merkte ik de druk in mijn hoofd toenam. Snel pakte ik mijn tas en excuseerde me. In het toilet aangekomen, leunde ik even met mijn hoofd tegen de koele spiegel. In die korte tijd was mijn hoofdpijn aanzienlijk verergerd. Grabbelend in mijn tas, was ik op zoek naar de befaamde roze pillen die uitkomst brengen. Ik liet het glas vollopen en slokte ze weg. Toen rook ik het weer: dat parfum! Of het nu door de hoofdpijn kwam of door iets anders, ik werd acuut misselijk en kreeg een vieze smaak in mijn mond. Hevig slikkend dook ik het verste toilet in en knielde voor de wc-pot, maar nee, hoewel ik nog steeds hevig misselijk was, kwam er niets.  De parfumgeur werd sterker, vergezeld door hakken die nadrukkelijk klikten op de marmeren vloer.  Het gevoel dat ik hier wegmoest was overweldigend, maar op een of andere manier kreeg ik de deur niet verder open dan een smal kiertje.
Zij! Ze stond voor de wastafel en stiftte haar lippen. Ik kon mijn ogen niet van het tafereel losmaken. Haar spiegelbeeld klopte niet. Dit was een andere vrouw als daarstraks. Bevreemd keek ik nog eens goed, haar jurkje was gelijk, de ballontieten, de stiletto hakjes, haar blonde golvende haar, alles wat ze droeg was hetzelfde, alleen haar gezicht niet. Het leek ….. ouder? En toch zag ik geen enkele rimpel. Haar gezicht leek steenhard. Het was alsof ik naar twee over elkaar geschoven foto’s zat te kijken. Onder het beeld van de jonge vrouw zag ik dat van een veel, veel oudere vrouw. Het schimmerde me voor mijn ogen en mijn misselijkheid nam toe. 
Ondertussen zette ze haar gehakte voet op een taboeret en gleed met haar handen vanaf haar enkels langs haar kuiten en steeds verder omhoog. Ze droeg ragfijne kousen met jarretelles en maakte die opnieuw vast. Ondertussen bood ze me een vol zicht op haar Brazilian wax. Het leek alsof ze een show opvoerde, alsof ze wist dat ik er was. Ze wisselde haar been en ditmaal trok ze haar andere kous omhoog en streelde zichzelf. Toen bespoot ze haar geslacht met dat parfum. Overweldigd door misselijkheid deed ik mijn ogen dicht. Ineens schoot de deur open en stond ze me aan te kijken. ‘Aha, dat dacht ik al’, zei ze met een ironisch opgetrokken wenkbrauw. ‘Lekker?’
Ik kon geen antwoord geven. Haar hand had mijn borst gepakt en streelde mijn tepel en met haar andere hand in mijn nek trok ze me naar haar toe en kuste me vol op de mond. Haar tong was vreemd en rasperig en ik moest kokhalzen. ’Ach liefje toch, wat ben je toch een zielig wezentje. Jammer hoor, je smaakt wel lekker’, likkend langs haar lippen, ‘Helaas, je hebt te veel gezien’ en ze tikte me met haar lange nagel op mijn wang. ‘Maar vooruit, ik laat je gaan en je zielige mannetje ook’. Ze grijnsde breed uit, haar tanden kwamen me vreemd scherp over. Toen draaide ze zich om en liep de toiletruimte uit. Ik kon me weer bewegen en dat was maar goed ook, want nu was ik net op tijd bij het toilet voordat mijn maag zich omdraaide.  Met een nat handdoekje wiste ik mijn gezicht schoon en haastte me naar de eetzaal. De vrouw zat weer tegenover haar partner en keek me vanuit de verte aan. Ze knipoogde terwijl haar parfum weer naar me toe walmde.

‘We moeten weg hier, alsjeblieft, nu meteen’. Mijn man zag wel dat er iets aan de hand was, maar drong gelukkig niet aan op een verklaring. Hij trok zijn portefeuille en liet meer dan genoeg liggen om de rekening te voldoen. Toen pakte hij me bij de arm. Eenmaal buiten op het parkeerterrein, net toen ik in wilde stappen, zag ik een gigantische limousine staan. Zwart, met getinte ramen. Een van de portieren werd opengehouden en toen zag ik de vrouw weer. Een sliert mannen liep in een rij achter haar aan, en allemaal stapten ze in de limousine. De vrouw draaide zich om en ving mijn blik, nog eenmaal likte ze haar lippen af en knipoogde ze me toe. De portieren gingen dicht en de limo gleed weg.

In het hotel heb ik niet veel gezegd. Wát kon ik zeggen? Dat er iets was met die vrouw? Wel dat we naar huis moesten. Nu direct. We hebben alle kleding in de koffers gesmeten en zijn direct gegaan. Op adrenaline en koffie zijn we door het holst van de nacht naar huis geracet. Op de radio hoorden we dat het restaurant was afgebrand, niemand had het overleefd. Oorzaak: waarschijnlijk kortsluiting in de keuken. Een paar dagen later las ik op het internet: Na onderzoek was vastgesteld dat alle geborgen lichamen van vrouwen waren, geen enkel mannelijk stoffelijk overschot was aangetroffen. De onderzoekers stonden voor een raadsel. Ze hielden het erop dat er met de onderzoeksresultaten was geknoeid en zouden de testen opnieuw uitvoeren. Ik denk niet dat de volgende testen een ander resultaat zullen laten zien.


Vrijdag


Eerst kwam het parfum binnen gewalmd, daarna verscheen ze zelf. Ik had direct een hekel aan haar, zomaar ineens.

Ze stond daar in het midden van de eetzaal en liet haar ogen door de ruimte dwalen alsof ze de troepen inspecteerde. Alle mannen gingen rechterop zitten, hun buik ingetrokken en ze strekten hun schouders. Ineens waren alle echtgenoten, partners en minnaars gedegradeerd tot bronstige mannetjesdieren. Zelfs mijn redelijk vrouwvriendelijke man staarde naar haar vooruitgestoken tieten.


Normaal heb ik het politiek correct over ‘borsten’, maar die van haar waren beslist tieten, een ander woord was er niet voor.  Natuurlijk was ze akelig jong en slank, op die tieten na dan, die wellustig bijna uit haar decolleté puilden. Het jurkje, wit, had bepaald niet veel om het lijf en de kleur verwees beslist niet naar kuisheid of kinderlijkheid. Haar hele outfit, ja wezen ademde seks uit en dat begrepen alle mannetjesdieren hier instinctief heel goed, maar haar uitstraling was niet ordinair.

De tijd scheen uitgerekt te worden in dit ene moment van keuren, proeven en testen. Het testosteronniveau schoot omhoog en was bijna bespeurbaar door de parfumlucht heen die pregnant aanwezig was. Elke man in deze zaal leek te willen paraderen voor dit paradijsvogeltje: ‘Kies mij, kies mij…

En toen was het moment ineens voorbij. Een collectieve zucht van verlichting ging door de zaal toen ze haar lange blonde haar naar achteren zwaaide. Ze lachte breed en liep naar één van de tafeltjes. Ik volgde haar met mijn blik – zoals iedereen hier – en zag hoe ze vooroverboog en de tieten op zijn schouders legde en hem behoorlijk enthousiast kuste. De man die ze zo begroette was vrij klein en redelijk slank, maar met toch een beginnend buikje dat perfect verborgen werd door zijn dure maatpak. Duidelijk van middelbare leeftijd met keurig gekapt haar. Een rijke stinker die zijn vrouw heeft ingeruild voor een jonger en gestroomlijnder model, dacht ik vals. Vast best aantrekkelijk, maar helemaal niet mijn type.

Een hand greep mijn pols en ik keek op. Mijn man grijnsde me toe. ‘Wat een stuk hè? Maar te mooi om echt te zijn die ballonnen van tieten. Ze gaat hem goud geld kosten. Nee, Ik benijd die man helemaal niet.’  In zijn andere hand bewoog hij de wijnfles naar mijn glas. ‘Nog wat wijn lieveling?’

donderdag 14 juni 2012

ORANJE


ORANJE

Een vrolijke kleur, die mij absoluut misstaat, dus je zult mij niet in het oranje aantreffen, maar dat even terzijde. Hele straten zijn oranje, café’s zijn ingepakt à la Christo. Mensen zijn geschminkt, dragen oranje pruiken, maffe hoofddeksels en wat al niet meer en uiteraard is hun kleding eveneens oranje.










Een avondje televisie levert aan speciaal op het EK gerichte reclame op: die Frauschaft van Mercedes; ING; de gelukspoppetjes van de C-1000;








geluksarmbandjes van de Plusmarkt; voetbalplaatjes, een voorspelsjaal en ‘de vrouwen tegen de mannen’ bij Appie; Bavaria met het oranje Victorie-jurkje, Lipton Ice met een citroenautootje met Rafael van der Vaart. Die helemaal aan het bijbeunen is met zijn eigen glossie en op de cover van de  Playboy. En ik ben vast nog wel wat reclamespotjes vergeten. Alles en iedereen vindt dat hij/zij moet meeliften op het succes van en de populariteit van Oranje en het voetbal in zijn algemeenheid. Zelfs op het gewone journaal wordt er aandacht aan besteed, terwijl er toch ook nog een sportjournaal is - we kunnen best zappen hoor -, voor- en nabeschouwingen en iedereen heeft wel zijn zegje over voetbal. Bah wat goedkoop allemaal, geen enkel origineel idee zit ertussen.
Voetbal zou verbroederen, dat is het hele idee erachter. WIJ, met z’n allen SAMEN, eensgezind en sterk.
Tja, ik gun iedereen wel zijn pleziertje, maar nu is de gekte wel van God los. Een ander onderwerp hoor je niet besproken worden. En het is zo makkelijk: net als een praatje over het weer, wordt het onderwerp ‘voetbal’ misbruikt om maar een gespreksonderwerp te hebben. Zelfs voor het begin van een sollicitatiegesprek begon een van de recruiters over het voetbal. Of we allemaal gingen kijken? Wonderlijk eigenlijk, maar onderhand wordt het zóó ontzettend saai. Persoonlijk heb ik plaatsvervangende schaamte over de strapatsen van mijn landgenoten. Hoezo moet je al feest gaan vieren als er al een wedstrijd verloren is? De Duitse meneer uit de buurgemeente van Dinxperloo, maakte deze nuchtere opmerking: ‘Eerst maar eens winnen en dan een feesie bouwen, dat lijkt mij wel zo logisch.’ Ik vind het een terechte opmerking. Maar niet bij het Nederlandse volk, dat de schaamte voorbij is. Zijn andere landen ook zo bezig? Ik heb zomaar het idee van niet.

Maar goed: even goede vrienden en doe wat je niet laten kan. Jongens, ik hoor er niet bij hoor! Voor het overige vermaak ik me prima. Over een dikke 2 weken spreek ik jullie wel weer!
Ter lering en vermaak, hier nog wat kunst van Christo, ook ORANJE.








zaterdag 19 mei 2012

EEN SPROOKJE

Er was eens een man en een vrouw. Een gewone man en een gewone vrouw. Ze waren gelukkig met elkaar. Op een zekere dag zei de vrouw tegen haar man: ‘Ik denk dat jij een goede vader zou zijn. Ons geluk zou helemaal compleet zijn als wij samen een kindje hadden.’ De man was het met haar eens en ze deden wat alle mensen doen die een kind willen. De condooms bleven in het laatje van het nachttafeltje en ze probeerden en probeerden. Er gebeurde niets. Eerst dacht de vrouw nog: volgende keer beter. En toen: Misschien volgende maand….. en weer verstreek er een maand en toen nog een en nog een. Er gebeurde helemaal niets, behalve dan dat de vrouw verdrietig werd. Zij begon steeds meer naar een baby te verlangen. Toen er 2 jaar verstreken was ging de vrouw raad vragen.
Doen wij het niet goed soms? Misschien wel ja, zeiden de wijze mannen die ze raadpleegde. Een kind maken is een precies werkje en de timing is erg belangrijk. En met de adviezen ging ze weer terug naar huis. Helaas, hoewel ze precies de adviezen opvolgden, gebeurde er weer niets. Ten einde raad ging de vrouw naar een fee. Deze zei: ‘Neem op de 5de dag een drankje en doe dat 2 weken achtereen. Dan neem je de laatste dag dit andere drankje en dat is wat ik voor je kan doen.’
Eenmaal kwam de vrouw terug. De fee zei: ‘Ik kan het niet helemaal alleen. Jouw man moet ook zijn bijdrage leveren op de dag dat jij het andere drankje hebt genomen’. En tussen haar lippen door mompelde ze nog: ‘Ik dacht dat je dat wel onderhand wist.’
En deze maand gebeurde er wel iets. Alles wees erop dat hun wens in vervulling zou gaan. Na 9 maanden werd er een prachtig jongetje geboren. Hij was werkelijk beeldschoon met heldere blauwe ogen en blonde haartjes en een prachtig zacht perzikachtig huidje. Hij rook hemels. Om op te vreten zo mooi. De man en de vrouw waren dan ook verguld met hun prachtige zoon.
Urenlang kon zij naar hem kijken, terwijl zijn handjes door de lucht maaiden. Hij dronk goed en was een rustige tevreden baby. Natuurlijk huilde hij wel eens, dat doen baby’s nu eenmaal. Hij ging kruipen en staan en zij was steeds verrast door het wonder dat hun zoon was. Hij ging lopen. Ook dat was allemaal normaal.
Maar na verloop van tijd was het of een worm hun geluk aanvrat. Er was iets met het jongetje. Iets wat niet gelijk duidelijk of te benoemen was. Hun angst groeide langzaam. Er was iets mis. Hij bleef stil, hij begon niet te praten. Had hij eerst nog af en toe een woord gezegd, nu leek het of hij ze weer vergeten was. Het was ‘niet normaal’. Toen dat besef zich eindelijk bij hun gevestigd had, gingen ze te rade bij de wijze mannen. Die keken eens naar het jochie en schreven epistels vol en beraadslaagden met elkaar. Op een gegeven moment wisten de wijze mannen wat het kind scheelde.
Eigenlijk was het kind kerngezond, alleen ‘anders’, niet zoals wij allemaal. Uw kind begrijpt de wereld om zich heen niet, vertelden ze. Uw kind begrijpt u ook niet. Daarom ook is hij af en toe zo driftig. Hij is nu eenmaal zo. U moet ermee leren leven.
Hoe dan? Tja, daar waren weer andere wijze mannen en vrouwen voor.
Thuis aangekomen huilde de vrouw bittere tranen. Haar mooie zoontje was opeens een onbekende voor haar geworden. Ze beklaagde zich bij de fee. ‘Ja hoor eens,’ zei de fee, ‘Geen garantie hoor. U wilde een kind en dat heeft u toch? We hebben nooit afgesproken wat voor een kind. Ik heb alleen een beetje geholpen om de ingrediënten goed bij elkaar te krijgen, maar u heeft beiden zelf voor de ingrediënten gezorgd. Ik kan niet heksen hoor!’, zei ze verontwaardigd.
De vrouw keek haar verbluft aan.’ Maar je bent toch een fee?’ ’Jazeker, antwoordde ze, 'met diploma en alles, maar heksen is een andere tak van sport, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres.’
Daarop ging de vrouw weer naar huis en vertelde alles aan haar man. Ze keek nog eens naar haar mooie jongetje. Ze besloten er maar het beste van te maken. Gewoon elke dag een dag doorkomen, daarna een volgende dag, enzovoort.
En inderdaad leerden de man en vrouw ermee leven. Langzamerhand begonnen ze steeds een beetje meer van hun jongetje te begrijpen. Af en toe ging het best goed en soms was het wat minder en heel soms (gelukkig maar heeeeel soms) was het ronduit moeilijk. Precies zoals het in het leven gaat.
Hier geen: En ze leefden nog lang en gelukkig…….. Het sprookje is nog niet uit. Hoe het verder gaat?
Tja, dat weet ik ook niet, dat is een ander verhaal. De tijd zal het leren.

On focus

Sinds enige tijd loop ik met dit idee in mijn hoofd. Maar nu moet het nog op papier.


Ik heb een grote hekel aan het huishouden en het huishouden houdt ook niet van mij. Het is niet leuk - moet dat dan, zal iemand vragen, het leven is niet leuk. Mijn antwoord: liever wel, carpe diem!


Ik ben die krekel die de hele zomer zingt en verkommert in de winter omdat ze verzuimd heeft een voorraad aan te leggen net als de ijverige mier (of was het een eekhoorn?) Het is nu eenmaal zo dat ik behept ben met een aantal eigenschappen. Sommigen daarvan worden positief bekeken en anderen of zelfs dezelfde krijgen een negatief label. Feit is dat ik behalve mijn best te doen, bepaalde zaken niet kan veranderen. Een Einstein zal ik beslist niet worden, dat was al duidelijk toen ik in de 2e klas zat te sidderen onder de driftaanvallen van mijnheer Bodde, adjunct directeur en wiskunde leraar. Ik snapte er niets van, maar dorst hem niets te vragen. Ik heb dus geen wiskundeknobbel en eerlijk gezegd heb ik hem ook nooit gemist. Het is alleen een voorbeeld om aan te geven dat binnen bepaalde eigenschappen je je kunt ontwikkelen, maar een talent, gave is je bij je geboorte gegeven.


Terug naar dat huishouden – jullie snappen nu vast wel – dat het mij kan overkomen dat de stofzuiger loeiend aanstaat, terwijl ik een stapel tijdschriften oppak om weg te ruimen. Maar wacht eens, moet ik ze wel allemaal weggooien? Misschien staat er nog bruikbare informatie in. En dan blader ik die tijdschriften door, raak geboeid door een artikel en ondertussen staat die arme stofzuiger nog te loeien. Voor mij is ‘poetsen’ een te vaag begrip, dat ontaart in allerlei terzijdes – misschien wel van huishoudelijke aard – maar niet efficiënt is.


Bij mij moet het zoiets zijn als. Slaapkamer. Stap 1. Kleding in de wasmand. Wasmand naar boven. Was in de machine. Machine aanzetten. Stap 2. Boeken terug in de boekenkast of in ieder geval op nette stapels (wij komen nl. eeuwig en altijd boekenkastruimte te kort). Stap 3. Raap nog rondslingerende sokken en andere zaken die niet onder 1 of 2 vallen op. Stap 4. Doe de stofzuiger aan. Stap 5. Stofzuig de kamer. Stap 6. Ruim de stofzuiger GELIJK weer op. Stap 7. Hehe, klusje klaar.


Ergens komt een dergelijk stappenplan mij akelig bekend in de oren. Jawel, dit heet structureren en ik doe dit al heel erg vaak voor mijn zoon Joren die vanwege zijn autisme die structuur nodig heeft. Een dergelijk stappenplan is bij hem opgedeeld, maar duurt in principe vanaf het opstaan tot het naar bed gaan.


Maar waarom lukt het me wel om een dergelijk plan voor mijn zoon te maken en niet voor mezelf? Het is niet zo dat ik bij het plan de mist inga, maar bij de uitvoering ervan. De computer schreeuwt, Kom, schrijf nu dat leuke stukje (dit dus) af en op tafel knipoogt een boek verleidelijk naar me om hem helemaal uit te kleden en me terug te trekken in een comfortabel hoekje; wij saampjes met z’n tweeën. Begrijp dan dat het geordende niet echt in me zit. Ik doe mijn uiterste best, maar nee. Ik word niet zo georganiseerd als mijn alleroudste vriendin B. die zo terug kan vinden wat er wanneer en waar in haar leven gebeurde, haar administratie picobello in orde heeft en een keurig opgeruimd huis. Het zit niet bij mij in mijn genen en dat bedoel ik letterlijk, aangezien mijn áandoening erfelijke componenten heeft.


Die aandoening heet ADHD, bij mij mag je de H weghalen, maar toch. 'Mevrouw', zei de psychiater, 'met ADHD bij uw kinderen, is het nu nooit bij u opgekomen dat u zelf ADHD heeft?' Ik geloof dat ik ter plekke ter aarde neerstortte van verbazing. ADHD? MOI? Dat kan helemaal niet!


Maar ik kan me hartstikke goed concentreren, riep ik uit. Als ik een boek lees, ben ik op een andere planeet, doof voor de realiteit op deze aarde. Aha, maar dat heet nu hyperfocus, a state of mind die ik vrij gemakkelijk kan bereiken. Ik ben dan super geconcentreerd, met als minpuntje dat mijn tijdsbesef eronder lijdt. Nu heb ik gelukkig in de loop van de tijd wel wat truckjes  geleerd, zodat het nog redelijk gaat. De truckjes heten kookwekker, klok en telefoon. Deze middelen zet ik in om toch weer bij de les te blijven.


Met die wetenschap begonnen de kwartjes te vallen. Alle kwartjes van DNB vielen zowat. Ohhh, nu snap ik dat……


  • Ik bij Ziggo die gesprekstijden niet haalde,
  • Mijn huishouden vaak een puinhoop is 
  • Het hollen of stilstaan is
  • Ik met teveel boodschappen thuis kom
  • Ik mijn dagplannen maar ten dele uitvoer
  • Ik wel makkelijk vriendschappen sluit, maar dat bijhouden zeg…. Moeilijk.
  • Ik mijn sleutels kwijt ben,
  • Ik de sloot in donder
  • Ik een driftkikker ben
  • En ga zo maar door, ik ben er vast nog een paar vergeten. 





Gelukkig, het anders zijn, een vaag iets, dat ik al eigenlijk vanaf mijn vroege jeugd ervaar, heeft een naam. Je krijgt een batterij uitleg, maar ergens lees ik telkens weer dat ik me moet voegen naar de wereld die wel een georganiseerd persoon wil.


Maar hoe zit het dan met de leuke kanten van ADHD? Die wil ik zeker benadrukken, anders wordt dit wel een heel zielig verhaal.


Bij deze wat slordige, ongeorganiseerde dame kun je altijd spontaan op de koffie komen. Zij laat direct de stofzuiger in de steek voor deze of gene die haar nodig heeft. Ze neemt alle tijd voor je. Spontaan zal zij ook reageren op leuke plannetjes en er nog een batterij aan toevoegen.


Vraag je om haar mening, dan zal je die ook krijgen. Vrij direct, zonder ambtenaren taal en de bijbehorende diplomatie. Niet grof, ze is er niet op uit om te kwetsen. Bij deze dame schieten  de plannetjes, schrijf- en ontwerpideeën als paddenstoelen uit de grond.


Zij is ook reuze creatief en haar brein is razend associatief. Wat zeg je: de dag heeft 24 uur? Nee, werkelijk? (maar dan heeft ze een dag in 'hyperfocus' of een 'flow' )


Aan de buitenkant is het bij mij niet te zien. Nou ja, autisme zie je ook niet van de buitenkant, maar bij mij zit de H van Heel Druk in mijn hoofd en stuiterbal ik niet tegen de gordijnen op of zo. Het standaard ADHD-beeld is bij mij niet van toepassing.


En nu, nu ik dit weet?


Nou eigenlijk niets. Niets raars of zo. De zaken die ik lastig vind, zal ik op een of andere manier anders moeten aanpakken. Je zwaktes kennen, is een hele sterke! Hulp vragen is ook een goede manier. Bij dezen, mijn lezers en lezeressen. Een beetje begrip helpt natuurlijk ook al een slok op een borrel, zowel voor mezelf – ik ben mijn ergste criticaster – als voor mijn omgeving.


En voor diegenen die nu denken. Ah gut, al weer zo’n etiketje, is dat nou nodig? Nee nodig niet, ik ben nog steeds degene die ik ben en was, met al mijn goede en slechte kanten. Volgens mij is dat ook de grote truc van de natuur. Diversiteit en variatie zorgen ervoor dat wij allen blijven bestaan. Een wereld vol met Einsteins is niet alleen saai, maar ook nog eens niet handig. De genenmix is op die manier een zegening, waarmee mensen in al hun vormen en maten, eigenschappen hun bestaansrecht hebben. Ik mag er zijn.
Hoera

donderdag 15 maart 2012

Damsel in Distress


Snel maakt ze zich uit de voeten, maar haar achtervolgers geven niet op. Angstig schiet ze een andere kant op. Het lukt haar nauwlijks haar achtervolgers voor te blijven. Hoewel ze eigenlijk concurrenten zijn, wordt er nu eendrachtig jacht gemaakt op haar. Tegenover zoveel geweld is ze niet opgewassen. Ze wordt klemgezet en beide duiken ze boven op haar. Het is een worsteling van jewelste. De heren zijn, nu de lente in de lucht is, amoureus, maar zij is niet in de stemming. Misschien komt dat nog, maar nu in ieder geval nog niet, zoveel is duidelijk.

Zachtzinnigheid is ver te zoeken, maar nu heeft ze zich weer even los geworsteld. Niet voor lang overigens, opgeven is er voorlopig niet bij. Waarschijnlijk gaan ze door tot ze van uitputting neervallen. Nee zeggen blijkbaar ook niet. Met een luide verontwaardigde kwaak heeft ze zich nu onder het herengeweld uit gewrongen, voorlopig wordt dit minnespel lustig voortgezet. Ik had natuurlijk er bij kunnen blijven om te kijken naar de afloop. Wanneer wordt ze willig – vandaag nog of over een paar dagen en wie van de twee krijgt haar? Misschien zijn er nog veel meer kapers op de kust? Ik blijf niet kijken, hoewel het verleidelijk was.

Het hoort erbij. Het is Lente. Groei. Nesten bouwen en minnedans. Gefluit en getjilp om de potentiële  partners aan te trekken. Ieder het hoogste woord in de hoogste boom. Elke lente weer opnieuw. Ik vind het wel wat hebben en stel me voor dat je lief zich elk voorjaar weer opnieuw gaat inspannen om je te veroveren. Beslist niet verkeerd, maar liever niet van dat ruige gedoe zoals bij mevrouw Eend en haar minnaars. Ik blijf graag levend na de minnestrijd.










dinsdag 13 maart 2012

Nee, nee, nee, nee geen HCCC

Barre tijden zijn er aangebroken, bar en boos. Maar vandaag is me iets zeer duidelijk geworden en daar ben ik blij om. Het geeft rust.

Ik heb in arren moede maar gereageerd op een call center job, let wel, bij gebrek aan huidige alternatieven. Bij HET leukste callcenter van Nederland, zo prijzen ze zichzelf aan. Het verhaal van een zeer enthousiaste dame aangehoord. Outbound bellen was haar grote passie (nou, nou dacht ik nog, dan is haar vent wel slecht af en vervolgens 'Mag ik een bakkie? Als ik nog 1 keer het woord passie hoor......." Vervolgens draait ze haar verhaal af in een rotgang - ik ben bang dat ze de snelheid van Matthijs van Nieuwkerk probeerde te evenaren - met natuurlijk de bijhorende powerpoint presentatie. Ohwoh, een bonus als je 4 weken achter elkaar 15 uur werkt van maar liefst 30 euri en als je het presteert om 4 weken minimaal 25 uur te werken dan valt je maar liefst 80 euri extra ten deel. Ze hielden zich aan de wettelijke regelingen (ook heel goed om te weten). Leuke goodies, allemaal samen pauze, etc, etc. Het kon niet op.

Maar toen kwam het: de targets. Ik had even wat kritische vragen gesteld. Hoe zit het nu precies met de beoordelingscriteria en gevraagd om uitleg. Het kwam me allemaal zeer bekend voor. Overigens was het gebouw helemaal super bekend: HCCC zit in het oude Quicknet gebouw aan de Havingastraat. Vrij snel wist ik genoeg en eenmaal boven op de belvloer was ik helemaal zeker. Het was een kakafonie van geluid en gekwebbel. Het K(w)akelhuis op de Noorderkade was er zonder overdrijving niets bij. Vol trots liet ze ook de monitors zien die bij naam en toenaam liet zien wie er het meeste verkopen had gedaan, wie er bijna on target zat en wie helaas helemaal niets had verkocht. En dit omdat ze je dan ter plekke konden coachen.
Ik kreeg het idee van een fabriekshal met een procesoperator die het productieproces nauwlettend in de gaten moest houden en direct ingrijpen als de machinerie ergens ging haperen.

Weer beneden werd een voorstelrondje gehouden. Vragen als: wie ben je, welke callcenterervaringen heb je en hoeveel uren wil je werken.

Mijn antwoord: 10 jaar Ziggo en hoeveel ik hier wil werken: nul uur. Ik ga hier niet mee door.

En dat was lekker om te zeggen: ik weet het 200% zeker dat ik hier niet wil werken. Niet voor een miljoen, niet bij het LEUKSTE callcenter, ondanks alle 'gezelligheid', bonussen etc.

Nee, nee, nee, nee, geen HCCC*!



HCCC staat voor HET Customer Care Center

zondag 11 maart 2012

Armband verhaal 'broodje Aap'?

Even een aanvulling op mijn vorige blog.

Een fan van mijn blogs heeft de kop ervan op haar page geplaatst. Dat leverde nogal wat reacties op. Een persoon dacht dat het een broodje Aap-verhaal was.

Jammer, maar nee het is echt waar. Daarom nu 2 links. De ene is van Nu.nl en de andere van de Deense nieuwssite. Aangezien Deens geen verplichtvak is in het middelbaar onderwijs in Nederland, kun je de vertaaltool van je browser aanzetten.

http://www.nu.nl/opmerkelijk/2380996/rode-armband-menstruerende-werknemers.html

http://epn.dk/samfund/arbmarked/article2246770.ece









Heb ik hiermee voldoende aangetoond dat het GEEN broodje Aap-verhaal is?  Ach wat, het is mooi weer, toedeloe!

vrijdag 9 maart 2012

ARMBAND









AMSTERDAM - Een bedrijf in Noorwegen heeft alle vrouwelijke werknemers verplicht om een rode armband te dragen tijdens hun menstruatie. De werkgever stelde deze regel in om te zien of personeel een geldige reden heeft om vaker naar het toilet te gaan. Deense nieuwssite EPN.dk

 


Is dit een 1 aprilgrap? Dat dacht ik nog, terwijl het nog lang geen 1 april is, maar desalniettemin was het bericht op zijn zachts gezegd zeer eigenaardig.

Het schijnt volgens dit bericht dat er een bedrijf is in Noorwegen dat zijn vrouwelijke werknemers verplicht een rode armband te dragen tijdens hun menstruatie. Dit alles om te zien of het personeel een geldige reden heeft om vaker naar het toilet te gaan.  

Ik zie deze situatie al helemaal voor me.



"Goedemorgen chef!" "Goedemorgen Maria". "Chef ahum, ik heb een rode armband nodig vandaag." "Oh, is het weer eens die tijd van de maand, nou vooruit dan maar weer. Die cycli van jou zijn wel erg kort trouwens. Vanaf nu wordt dit voor iedereen geregistreerd. Het is de indruk van het management dat er misbruik van wordt gemaakt en dat er dames zijn die ten onrechte met een rode armband rondlopen." Maria loopt met armband mopperend weg dat de slechte het weer eens voor de goeden verpesten.

Dan klopt Lars van HRM aan. "Kan ik je even spreken over een ideetje?" "Natuurlijk ouwe jongen, ga zitten, maar doe eerst de deur even dicht, want die kippetjes daar roddelen als de ziekte"


"Wat is er aan de hand?" Lars begint met dat hij klachten heeft gehad van het mannelijke personeel. Zo zijn er wat oudere mannen met prostaatklachten die vaker aandrang voelen. De heren willen een gele armband en de vraag is natuurlijk of dit wenselijk is. Uiteraard dient er wel een doktersverklaring te worden overlegd, iedereen kan natuurlijk van alles beweren om maar extra wc-tijd te claimen.


Aldus wordt besloten. Er wordt hevig gemord in het bedrijf. Vrouwen proberen de boel te belazeren door zogenaamd vaker ongesteld te zijn. Dit is natuurlijk een eeuwenoude truc die vrouwen al leren te gebruiken tijdens de middelbare school om van de gymles te kunnen spijbelen. Maar zoals aangekondigd wordt, zal er worden bijgehouden wanneer welke werkneemster ongesteld is en hoe lang. De chef krijg te eer om dit in een spreadsheet te vatten en er op bij te houden hoe hij zijn target: het terugdringen van ongeoorloofd wc gebruik gaat realiseren.  De chef heeft namelijk uitgerekend dat er op jaarbasis vanwege ongeoorloofd wc absentie er aan tijd toch wel snel 15 minuten per dag per menstuerende werkneemster verloren gaat. Op jaarbasis is dat toch gauw anderhalve dag per werkneemster. Dat moet anders kunnen besluit hij en vaardigt het volgende uit: vanaf nu worden vrouwen geadviseerd aan de prikpil te gaan. Twee vliegen in een klap, geen zwangeren meer en ook geen menstruatie. Eindelijk een eind aan al dat vrouwengedoe en belangrijker nog: target gehaald.


Helaas is er dan nog de groep oudere vrouwen, die – het is te genant voor woorden – last hebben van in meerdere of mindere mate van urine incontinentie, waardoor ze ook vaker naar het toilet willen. De chef heeft er het volgende op gevonden, zij krijgen een witte armband, geel is namelijk al in gebruik en de kleurtjes komen mooi terug in zijn spreadsheet. Loopt het toch weer de spuigaten uit, dan moeten ze maar aan de luier.


Tot slot dan nog een laatste groep: mensen met ingewandstoornissen en/of de ziekte van Crohn. Indien er sprake van is, kunnen medewerkers bij hun chef een bruine armband halen. (ja dat is een genante kleur, maar deze kleur armband was in de aanbieding!)



Bij de koffieautomaat vinden nu de volgende gesprekken plaats:


"Zo! Wat zien ik, een bruine armband? Je bakt ze weer bruin vandaag! HHHHaahahaha. Zeker weer te veel pizza gegeten. Volgens mij heb je een kaasallergie. Nou ik zie je, werk ze!! Hahahaha."



"Gossie heb jij TWEE armbanden? Hoe krijg je dat voor elkaar? En vertel eens, kun je nu nog vaker naar het toilet? " "Zeg, hoeveel heb jij je huisarts moeten betalen voor een valse doktersverklaring? Hij is behoorlijk in prijs gestegen."


Jazeker, mijn fantasie ging weer eens helemaal met me aan de loop. Nu is dit gelukkig nog fantasie, maar de aanleiding van mijn spinsels zijn dat helaas niet.

Misschien zijn er mensen die eens aan hun kin krabben en het eigenlijk helemaal niet zo gek vinden. Het zou per slot van rekening heel veel geld schelen als de duur en de frequentie van zeg maar het toiletbezoek zou worden teruggedrongen. Zo zijn er natuurlijk nog een aantal menselijke handelingen die tijdvretend en daarom onwenselijk zijn.

En zeg nou zelf: Als een verzorgende bij een oudere dame komt om haar te helpen haar steunkousen uit te trekken, moet ze eerst met haar mobieltje ‘inklokken’ bij een streepjescode bij de voordeur. Idem bij het weggaan met het uitklokken. Voor het uittrekken van de steunkousen staat zoveel minuten en zoveel seconden voor. Bovenstaande is al praktijk*. Ik weet nog niet of al is vertaald naar targets, maar het zou zomaar kunnen en al  lijkt bovenstaande een nachtmerriescenario, het is helaas al werkelijkheid.

Het meten-is-weten en het spreadsheetmanagement heeft vormen aangenomen die een glijdende schaal vormen. In eerste instantie is het alleszins redelijk om efficiënter te werken en kosten te besparen. Maar waar is de grens?Zijn we met zijn allen niet vreselijk doorgeschoten? Mensen zijn machines geworden die allerlei ‘kuren’ vertonen die ongewenst zijn en dat moet streng worden tegengegaan en bovendien allemaal gecontroleerd en gemeten worden. Het menselijk gedrag is zo dat bij een dergelijke controlezucht het een sport is om weer mazen in het systeem te vinden. En om dat tegen te gaan is daar natuurlijk weer zo’n manager (m/v hoor!) voor nodig die zelf feitelijk niets bijdraagt aan het product, maar alleen maar geld kost. Deze manager wil zijn baantje maar al te graag houden, natuurlijk, niemand vindt het leuk om werkloos te worden – en zal nog meer gaan meten en controleren om de job te kunnen rechtvaardigen en daarmee is de cirkel rond. Waarom pikken we dit? Helaas, ik weet het niet, en dat is jammer. Wie het weet mag het zeggen en maakt ons allemaal blij.

*een thuiszorgorganisatie in Oss